Fietsvakantie Utrecht - Rome: 17 t/m 23 juli
Zaterdag 17 juli: Rustdag in Harprich

Onze eerste, welverdiende rustdag op camping ‘Cite de la Mutch’. Nadat we heerlijk hadden uitgeslapen tot 9:15, hebben we eerst ontbeten (op het gemakje) met tiramisu en echte franse worst. Vervolgens heeft Carolien de was gedaan terwijl Fouke ontdekte dat de tik van z’n fiets afkomstig bleek van de trappers: niets aan de hand dus.

Na een korte break vervolgens naar Morhange gefietst, waar we de Intermarché onveilig hebben gemaakt. Er was geen kip op straat. We hebben geluncht op een bankje tegenover l’hôtel de ville.

Teruggekomen op de camping zijn we gaan zwemmen in de piscine. Deze lag tussen twee meertjes en was iets groter dan verwacht (tenminste volgens Fouke) en heel schoon, met een strenge badjuf. Terug bij de tent zijn we gaan koken; tot die tijd was de dag, na een bewolkte ochtend, stralend en warm (26 graden).

Tijdens het koken werden we overvallen door een mini tornado (!). Binnen één minuut van windstil naar zo’n harde wind dat de deksel van de pan waaide. Vervolgens heeft het nog anderhalf uur geregend en geonweerd; daarna was de lucht weer strak blauw. We hebben gekookt en gegeten onder het afdakje van het toiletgebouw.

Zondag 18 juli: Harprich – St. Quirin (82 km)

De dag leek goed weer in petto te hebben, wat ook zo was. Nog voor het ontbijt hadden we reeds 26 kilometer afgelegd. Ondanks een tweetal verwoede pogingen bestond dit ontbijt uit ‘gewoon’ brood in plaats van lekkere broodjes, maar tja, het was dan ook een zondag.

Na het ontbijt kwamen we al snel (de knieën deden geen pijn meer!) bij het Canal des Houilleries, alwaar we Piet en Clasien tegenkwamen in hun auto, samen met dochter en schoonzoon. Na een korte babbel konden volgden we ongeveer 20 kilometer het kanaal, met leuke sluishuisjes.

Aan het einde van het kanaal moesten we heel stoer over een hoge, gammele, smalle voetgangersbrug. De Col du Donon, de eerste echte berg van de route, hadden we deze dag reeds enkele malen aan de horizon zien dreigen.

Vervolgens lunch aan het water (veel roofvogels gezien) en toen door naar de camping (met vuurvliegje!) in St. Quirin, een leuk frans bergdorpje aan de voet van de Col du Donon. ’s Avonds zijn we uit eten geweest met Piet en Clasien. Aangezien dit pas vanaf 19:00 kon, hebben we eerst elders aan het bier gezeten; het diner in het (enige) hotel was heerlijk (met bosbessen, lekker toetje en kaasplankje!) en best wel spannend.

Maandag 19 juli: St. Quirin – Scherwiller (73 km)

De dag van de Col du Donon en de Col de Steige. Prima klimweer, want het begon een beetje bewolkt, niet te koud, niet al te heet, droog. Een verrassing waren de mooie uitzichten, die we ons niet herinnerden van 1999.

De beklimming was hard werken, maar viel uiteindelijk wel mee, in anderhalf uur waren we boven op de Donon. De beloofde bosbessentaart was er niet, wel Piet en Clasien (natuurlijk!) en thee. De afdaling was super en heel mooi.

In La Broque onder aan de col naar de winkel (we love de Intermarché), hier ontmoetten we een tweetal mannen die onderweg waren naar de Olympische Spelen in Athene. Zij wilden eerst naar Rome en dan via de boot naar Griekenland.

De Col de Steige viel helemaal mee, zeker na de Col du Donon, die we achter ons nog lang zagen liggen. Na de Steige kwamen we door mooie lieve dorpjes met veel bloemen en hadden we geweldig uitzicht over de dalen van Villé. Op de toppen lagen steeds kasteeltjes.

Daarna kwamen we door een bos dat eindigde aan het begin van de Route du Vin op een schitterende camping met fruitbomen (wij kozen een walnotenboom om bij te gaan staan) te midden van wijnvelden aan de rand van Scherwiller. Geen zwembad, wel Piet en Clasien en de lucht was weer wolkenloos!

Dinsdag 20 juli: Scherwiller – Rouffach (67 km)

Reeds ’s nachts was het opeens begonnen te regenen en te onweren. ’s Avonds was de lucht nog wolkenloos, maar ’s nachts en ook ’s ochtends regende het heel hard. In een droog moment hebben we de tent ingepakt en zijn we vertrokken. We kozen voor de wijnroute bovenlangs.

Ondanks de regen (die steeds minder werd) hadden we veel mooie vergezichten, en op elke bergtop stond wel (minstens één) kasteeltje. De wijnroute bestond uit vele korte maar steile beklimmingen. De dorpjes in de dalen vielen op door de oude, authentieke huizen en de stadspoorten en door de vele bloemen (Ville Fleuri met 1, 2 of 3 sterren). Het vervolgstuk, naar Rouffach, was minder interessant (langs snelweg).

In Rouffach wist Fouke nog (als superheld) de Intermarché te vinden. Toen zijn we doorgefietst naar Munwiller via een eigen leuk weggetje door de maïsvelden, deels onverhard. Helaas bleek de camping reeds enkele jaren gesloten dus toch weer teruggegaan naar Rouffach (±12 kilometer voor niets).

’s Avonds eerst een cola en een biertje gedronken in Rouffach, op de gezellige markt met veel ooievaars en een mega heks bij de kerk, waar piano muziek uit kwam. Lekkere rijstprut gegeten, een mooie zwoele zomeravond

Woensdag 21 juli: Rouffach – Möhlin (98 km)

We hadden een lange dag voor de boeg dus hadden we de wekker om half zeven gezet. De eerste 60 kilometer tot Basel bestonden achtereenvolgens uit maïsvelden (met heerlijke verkoelende besproei installaties), 25 kilometer bos en 15 kilometer kanaal, dit alles vlak dus we waren om half één in Basel, met een gemiddelde snelheid van wel 20.12 km/uur.

Het was een feestelijk moment om weer in Basel (875 kilometer van Utrecht) aan te komen. Gelukkig had een trainende hardloper nog net even tijd om een foto van ons te maken.

In het centrum van Basel gingen we op zoek naar nieuwe schoenen voor Fouke, aangezien de oude uiteen vielen.

We verlieten Basel dan ook met nieuwe, blauwe Reeboks a 47 zwitserse franken, twee Big Macs en 2 ijsjes.

De daaropvolgende 20 kilometer waren saai, op een enkele dino na, ...

... door woonwijken, langs bedrijven en langs snelwegen. Rheinfelden, een heus zwitsers stadje, en de bierbrouwerij van Feldschlossen, waren gelukkig veel lieflijker.

Toen we op de camping van Möhlin aankwamen waren we de enige Nederlanders, maar na een half uurtje waren daar ook... Piet & Clasien. Het was een warme dag, we hebben erg, erg hard gezweet, dus hebben we deze avond gedoucht. Tenslotte hebben we de ravioli goed laten smaken.

Donderdag 22 juli: Möhlin – Flaach (84 km)

Wat een ellendige dag. Het begon om ongeveer één uur ’s nachts, toen het onweer losbarstte. Het heeft tot een uur of 3 gespookt, met hele harde regen en veel onweer, en dat met een hoge electriciteitsmast vlak naast ons op de camping. Om half zeven ging de wekker, maar pas om half tien gingen we van de camping. Om half twaalf waren we pas 20 kilometer onderweg. Dit ook vanwege een ernstig voedseltekort van Fouke, dat zoals bekend niet bevorderlijk is voor de sfeer binnen en buiten F.

Na twee zeer uitgebreide ontbijten ging het echter stukken beter met fietsen, alleen... de route was werkelijk zeldzaam slecht beschreven, ook door wegwerkzaamheden.

Uiteindelijk hebben we ongeveer 30 kilometer op eigen houtje gedaan tot Waldshut, mede met behulp van andere, uitgezette routes. Dit alles was op zijn beurt weer niet bevorderlijk voor de snelheid noch voor het gevoel van vooruitgang. Ook de zonnebril moest in Eglisau nog gerepareerd.

Maar uiteindelijk kwamen we dan toch op de camping, waar ook... Piet en Clasien natuurlijk net waren aangekomen. Dit was de grootste camping ooit, wel 1000 mensen. Na de douche hebben we de chili con carne opgewarmd en met frietjes met ketchup opgegeten aan een tafeltje bij de friettent. Tenslotte merken we op dat a) men in Zwitserland veel fietst, dat b) ze hier ook volkstuintjes hebben en dat c) blote buik in combinatie met een buiktasje verboden zou moeten worden.

Vrijdag 23 juli: Flaach – Buechen (98 km)

Deze nacht hadden we goed geslapen, want er was slechts een heel klein beetje regen en onweer, niets om van wakker te worden. De route was mooi en duidelijk beschreven. In Andelfingen (1000 kilometer!) zagen we de eerste muziekwinkel van de gehele reis.

De route liep verder over glooiende wegen en langzaam zagen we steeds meer grote bergen opdoemen; we zagen zelfs de eerste Alp in de verte. Het fietsen ging erg lekker en we zijn flink opgeschoten. Zwitserland ziet er welvarend en groen uit, heel mooi, maar de mensen lijken een beetje stug.

Natuurlijk kozen wij voor de route variant via de Sitterfähre, waar een dame (en dus geen knoestige veerman) ons naar de overkant bracht. De Bodensee was een aangename verrassing. Tot daar hadden we mooi weer, de plotselinge regenbui was echter een minder aangename verrassing.

We zijn een heel eind door de plaatsjes aan de Bodensee gefietst naar de camping, die officieel geen plaats bood aan tenten, maar voor ons tentje was een mooi plekje naast het ronde zwembad. We hebben heerlijk gezwommen. We hadden uitzicht over Bodensee en vliegveld. En veel lichtjes. Super diner gehad met verse maïskolven (gisteren langs de weg gekocht) met zout, en twee toverzakjes: “Geschnetzeltes Jägerart mit Spätzli”, dat hoefde alleen maar in kokend water. Voor het eerst sinds Raeren stonden Piet en Clasien niet bij ons op de camping. Piet en Clasien, waar zijn jullie!?

Week 1 2 3 4 5