Ardennen Part II: Het Ardennenoffensief. Wetende dat we vandaag minder ver hoefden, 55km, en we de ergste beklimmingen achter ons hadden, genoten we volledig van de geneugten van het hotel,
deden we rustig aan, en vertrokken we pas na elven bij de supermarkt. Maar het bleek allemaal erg tegen te vallen. De klim uit het dal bij La Roche was veel uitdagender dan gedacht (maar voor Fouke en Pjotr wel met een hert dat overstak), en toen we om 13:00 eindelijk in Ny stopten voor lunch, hadden we pas 18 kilometer op de teller staan. Na Ny was zelfs Dextro nodig om de heuvels überhaupt op te komen, en bij Les Hazalles pauzeerden we alweer voor meer energiedrankjes (lees: cola) en ook voor een grote speeltuin. En toen we daar vertrokken was het al na drieën met pas 25 kilometer op de teller. Maar we besloten door te zetten en daarna keerde in elk geval de klimmersbenen weer terug.
En dat was wel nodig voor de klim bij Petit-Han, een lange klim met een zodanig steil stuk aan het eind, dat we beiden moesten afstappen om te lopen. Ook was het steeds lastiger de omgekeerde route terug te vinden, met alle kleine straatjes in de gehuchten en de ontbrekende bordjes. Rond 17:00 pauzeerden we nog maar eens uitgebreid voor een laatste hergroepering, en ook om onze tent te drogen in de inmiddels doorgebroken zon. Na de pauze stormden we eindelijk door het landschap en werd de route redelijk snel gevonden, al klopte hier en daar de afstand niet met het boekje. Eindelijk konden we vanuit Modave hard naar beneden richting Huy, hoewel dat toch nog redelijk bijtrappen bleek.
Om 18:30 waren we eindelijk in Huy, maar het duurde nog tot 19:00 voordat we de camping gevonden hadden, letterlijk onder de rook van de elektriciteitscentrale. Snel de tent opgezet en eten gemaakt, en daarna in de schemer de tent verder ingericht en opgeruimd. Na een laatste kopje thee was het tijd voor een welverdiende slaap.
Zondag 9 augustus: Huy – Diest (75km)Na de lange, zware afgelopen dagen was het tijd voor een nieuwe aanpak met als doel: op tijd op de camping. En dus vertrokken we op een veel vroeger tijdstip: vroeg opgestaan, tent afgebroken en fietsen opgeladen, rustig naar het centrum van Huy gereden, onderweg brood gekocht, koffie gedronken bij een cafe aan de brug over de Maas, gepind (nog een hele uitdaging) en toen: op weg! Daar de route er nog ingewikkelder (met veel gepiel) uitzag dan gisteren, kozen wij ervoor de route niet te volgen, maar een grotere N-weg te nemen van Huy naar Hannut. De route was misschien niet zo mooi en zo rustig, maar de navigatie verliep vlekkeloos en kilometers werden snel gemaakt. Onderweg kochten we gesmeerde halve stokbroden, die we bij een verlaten tankstation verorberden.
In Hannut kozen we de iets minder grote weg richting Landen, en aangezien ook de heuvels in het landschap steeds meer afnamen – de Ardennen verdwenen nu snel achter ons – schoot het lekker op. In Landen stopten we voor cola/jus maar lieten we ons uiteindelijk ook spaghetti goed smaken. Daarna ging de route heerlijk verder via Zoutleeuw (met zomerfeesten) en Budingen, waar we de route weer oppikten op het RaVeL fietspad richting Diest. Na een laatste pauze in de berm reden we naar Scherpenheuvel op zoek naar een camping. Kleine tegenslag was, dat deze vele kilometers naar het noorden bleek te liggen, inclusief een klim. Maar deze klim bleek niets vergeleken met die in de Ardennen, en na nog enkele keren de weg te hebben gevraagd, rolden we de camping op en zetten onze tent op. Na de douche aten we macaroni, spek en ei, en spare-ribs in het bijbehorende cafetaria (met Hoegaarden van de tap!) en toen lekker het bed in.
Maandag 10 augustus: Diest – Alphen (64km)We werden op tijd wakker met mist boven de vijver en rustig pakten we de boel weer op de fiets. Na ontbijt op het terras van het nog gesloten cafetaria van de camping, gingen we op weg.
Daar de camping een stuk van de route van Benjaminse aflag, en we voor ons gevoel al bijna thuis waren, kozen we ervoor via een aantal grotere wegen direct naar Turnhout te rijden en de route in ieder geval voorlopig te laten voor wat die was. We zaten al snel op de Turnhoutse Baan en na een bezoek aan een bakker waren we hard op weg. We reden via Westerloo en Geel, en even voor Kasterlee pauzeerden we bij “het Aards Hof”, inderdaad paradijselijk met koffie/thee/jus, pannekoeken en een mooie speeltuin met trampoline. Niet lang daarna reden we Turnhout in, waar we postzegels kochten en de enkele ansichtkaarten op de bus deden. Daarna was het Bels lijntje snel gevonden, het fietspad waarmee we over een oude spoorbaan ongestoord Nederland in konden rijden. We pauzeerden nog even bij een vennetje met uitzichttoren, passeerden bij Baarle-Nassau/Hertog meerdere malen de grens, deden boodschappen in Baarle en kwamen heerlijk op tijd aan op camping ’t Zand bij Alphen, waar we op hetzelfde trekkersveldje terecht kwamen als tijdens onze fietstocht naar Parijs.
Pjotr vermaakte zich heerlijk in de grote speeltuin met springkussens en een mega glijbaan. We hadden avondeten in het cafetaria van de camping met pizza en cola, en lagen lekker op tijd in bed.
Dinsdag 11 augustus: Alphen – Utrecht (111km)Eigenlijk zouden we het laatste stuk in tweeën knippen. Maar ’s avonds was regen op komen zetten en ’s nachts sliepen we alle drie slecht en onrustig. Om een uur of vijf die nacht besloten we in een keer naar huis te rijden. Dus stonden we (droog) op, pakten de boel voor de laatste keer in, en ontbeten we bij de grote speeltuin. Om 9:20 begonnen we aan onze monstertocht, en pikten we in Alphen het Bels lijntje weer op, en al snel waren we in Tilburg, dat we – inmiddels in de regen – op eigen houtje doorkruisten. Via een aantal knooppunten reden we – nu in de stromende regen – naar de Rustende Jager, dat pas met 28 kilometer op de teller werd bereikt. Hier lunchten we met koffie/thee/jus, tomatensoep en tosti, en om 12:30 reden we hier weg, met inmiddels weer een opgeklaarde hemel boven ons. En met grote vaart ging het via Drunen en Elshout naar Herpt,
waar we niet de ‘heenweg’ kozen maar een alternatieve route via Heusden, dat een mooi vestingsstadje bleek te zijn. Via een brug over de Maas reden we het land van Altena in, dat we via een eigen route (via de Bosseweg natuurlijk) doorkruisten, via Giessen naar Woudrichem, ook al zo’n mooi vestingsstadje.
Hier was het weer tijd voor een maaltijd, terwijl we wachtten op het pondje naar Gorinchem. Dat vertrok om 15:00 en een mooi boottochtje later waren we in Gorinchem.
Via de Linge reden we dit stadje uit, en langs het Merwedekanaal reden we naar de McDonalds langs de A27 bij Noordeloos voor een verdiend en ietwat vroeg avondmaal. Met nieuwe energie begonnen we rond 17:15 aan het laatste deel van de reis naar huis. Via Noordeloos ging het naar Ameide waar we na een laatste boodschap – pepmiddelen – het pondje namen naar Jaarsveld.
Hierna kozen we voor de route richting Montfoort om eens niet zoals gebruikelijk via Nieuwegein Utrecht te benaderen, maar meer vanuit het westen. Terwijl we Utrecht al aan de horizon zagen liggen, buffelden we tegen de wind in naar Montfoort. Maar nu kwam Thuis echt dichter bij en dit gaf onze moed een laatste impuls: met hoog tempo en zonder tegenwind reden we van Montfoort naar de Meern, toen door Leidse Rijn, tot bij de gele brug over het Amsterdam-Rijnkanaal en tenslotte via het industrieterrein onder de spoorbrug door en… ineens waren we thuis! Het was een prettig weerzien, ons huis is een goed thuis, en de rest van de avond genoten we van alles: de douche, de TV, het speelgoed, een normale maaltijd (witte bonen, vissticks, puree) en uiteindelijk welverdiend: ons bed!