Fietsvakantie Utrecht - Lémestroff - Utrecht: 27 juli - 1 augustus 2009
Maandag 27 juli: Utrecht – Udenhout (79 km)

Na een weekend vol voorbereidingen werden we vanochtend redelijk uitgerust wakker. Na alle laatste klusjes te hebben afgewerkt, hebben we de tassen op de fietsen geladen en zijn we om 11:30 vertrokken,

uitgezwaaid door de buurvrouw en de overburen. Eerst naar het centrum van Utrecht gefietst, waar we lunchten met een broodje Mario. Vervolgens flink doorgetrapt. Het weer was heerlijk, warm en zonnig, en al snel waren we in Culemborg. Direct na het pontje kwamen we op de route bij fort Everdingen. Met weinig tegenwind en een paar druppels reden we de Diefdijk af en al snel waren we in Asperen. Vlak daarvoor kwamen we een gezin tegen uit Bunnik, vader, moeder en twee dochters van 7 en 10, allen op de fiets. We kwamen ze weer tegen op het pontje bij Brakel, waar we gezellig wetenswaardigheden uitwisselden. Maar toen begon het harder te regenen en met regenjassen aan reden we naar de pontjes over de Maas en uiteindelijk naar Drunen. Maar daar klaarde het op, en toen we bij de Rustende Jager waren, was het droog en brak de zon al weer door. Niet veel later kwamen we aan op de camping, een leuke kamperen-bij-de-boer-camping, waar we een plekje kozen. Nadat de tent was opgezet (hoe moest dat ook weer?), hebben we avondgegeten met macaroni en boerenyoghurt met jam (die actief door Pjotr werd verorberd). Na op het springkussen te hebben gesprongen

en de paarden te hebben bekeken in de wei, lagen we om 21:30 gedrieën in de slaapzak.

Dinsdag 28 juli: Udenhout – Valkenswaard (62 km)

Om 7:30 ging, na 10 uur slapen, de wekker. Rustig aan de tent ingepakt en ontbeten, en toen iets na half tien de camping verlaten. Het eerste deel van de route stond in het teken van koffie. Via de Leemkuilen kwamen we in Haaren, waar geen koffie te vinden was (i.v.m een begrafenis was het lokale café gesloten), maar waar wel een supermarkt was. Uiteindelijk koffie gevonden in een pannenkoekenhuis iets verderop. Vanaf daar ging het veel beter. Via de Kampina (met natuurlijk veel open terrassen met koffie) en de ophaalbrug bij Oirschot ging het naar Wintelre, waar we pauzeerden langs de weg.

In het volgende dorp, Oerle, reden we langs een snackbar waar we patat en broodjes kroket aten. Na het eten waren we meer toe aan siësta, dus het fietsen ging niet heel rap. Wel kwamen we onderweg veel lama’s tegen. Bij Dommelen reden we de Malpie op,

ook deze keer erg mooi met een kleine pauze, en niet veel later waren we op camping Dommelvallei, vlak bij de Belgische grens en de Achelse Kluis. Pjotr speelde de rest van de avond in de grote speeltuin, en we dronken thee en sinasappelsap bij het restaurant. Later stond macaroni met maïs op het menu, met een zeer grote pot stratiatelle yoghurt toe. En weer lagen we vroeg in bed: half tien.

Woensdag 29 juli: Valkenswaard – Maastricht (78 km)

Hoera, Jorne is jarig! We waren om 7:20 op, rustig de tent ingepakt, ontbeten in de speeltuin en koffie gedronken bij het campingrestaurant. Al snel waren we op de route en reden we bij de Achelse Kluis België in.

Pjotr was inmiddels in slaap gevallen en dus reden we lekker door tot aan de zuid-willemsvaart. En we moesten ook wel doorrijden, want uiterlijk om 17:00 wilden we bij Jorne zijn voor een surprise party ter ere van zijn verjaardag. De route hielp niet echt mee. De weg langs het kanaal was onderbroken door wegwerkzaamheden, waardoor we via de Belgische binnenlanden onze weg moesten zoeken, terug naar het kanaal. Daar aangekomen reden we, na een pauze aan het kanaal en nog een gebakje ter ere van Jorne, in sneltreinvaart naar het pontje bij Berg over de Maas, Nederland in.

Via Urmond kwamen we bij Elsloo, bij Geulle aan de Maas gingen we het Julianakanaal over en van daaruit via Bunde naar Amby, en al snel waren we, zonder al te veel pauzes dus, bij Jorne en Samantha, waar we lekker douchten. Om half zes kwam Jorne thuis, die niet wist wat ‘m overkwam, en de rest van de avond hebben we lekker gebarbequed. En vervolgens heerlijk geslapen op echte matrassen.

Donderdag 30 juli: Maastricht – Raeren (49 km)

Na een werkelijk briljante nacht voor ons alle drie, werden we rond kwart voor zeven wakker. Na koffie en thee hebben we Jorne en Samantha uitgezwaaid naar hun werk, de spullen verzameld en op de fietsen gehangen, en, na de sleutel in de brievenbus te hebben gegooid, zijn we vertrokken richten St. Geertruid. Het begon direct met een flinke, Limburgse klim.

En het bleef stijgen, via Mheer, Noorbeek en Hoogcrutz klommen en daalden we met goed weer en mooie vergezichten naar Heyenrath, waar we thee en jus dronken en een heerlijk stuk rijstevlaai met slagroom verorberden.

Daarna waren we snel in Epen, waar we in een buitenlands aandoende SPAR onze boodschappen deden. Daarna stond niets ons meer in de weg en reden we vlot naar Sippenaeken, Nederland achter ons latend. Via Plombières kwamen we bij het spoorwegviaduct bij Moresnet,

en na nog meer klimmen en dalen en vooral klimmen kwamen we aan in Raeren. Onze indruk van dit dorp van 5 jaar geleden voldeed nog steeds: een saaiig dorp waar niets te doen is. Maar in tegenstelling tot 5 jaar geleden was het weer nu veel beter, en we vonden (na enig speurwerk) zelfs de camping bovenaan bij het station. Tot onze verbazing was daar helemaal niemand te bekennen, personeel noch gasten. Maar een telefoontje naar de parkbeheerder later deed wonderen, hij dirigeerde ons vanuit Aken naar een plekje met een hutje waar we onze tent opzetten.

En het had zo saai kunnen blijven, als niet ongeveer een uur later eerst een moeder met bijbehorende pubers aan kwam fietsen en een plek zocht, en even later Waldo arriveerde: hij bleek bezig met een wedstrijd ´fietsen naar Milaan´, hij was die ochtend uit Brabant vertrokken (140 km) op zijn fiets met 3 versnellingen. Waldo zette zijn tent bij ons op, en de rest van de avond hebben we gezellig gekletst, met avondeten en thee toe.

Vrijdag 31 juli: Raeren – Schonberg (68 km)

De wekker ging vroeg, en niet veel later al vertok Waldo voor zijn tweede etappe. Wij pakten rustig in en vertrokken om 8:30 van de camping. Het was alweer heerlijk fietsweer, zonnig maar niet te warm, en via een geïmproviseerde route reden we door het Raerenwald (met supersteile klim) naar Vennkreuz, waar we de route oppikten. Deze begon met een afdaling naar het Lac d’Eupen met stuwdam, gevolgd door een lange klim door het bos. Deze eindigde bij Ternell, een wegrestaurant langs een grote weg, dat helaas nog dicht bleek. Na een picknick begonnen we aan het lastige deel van de dag: een klim over onverhard pad, door een beekje en over de Hoge Venen.

De klim verliep voorspoedig en het uitzicht was ontzettend mooi. Weer verhard pauzeerden we in Bosfagnes voor een lunch. Daarna viel de route tegen, vooral omdat we dachten dat we al het klimwerk voor vandaag al wel hadden gehad, wat natuurlijk niet zo was. Zo buffelden we naar Butchenbach waar we uitgebreid boodschappen deden en waar we een ander fietsend gezin tegenkwamen: vader, moeder en drie kids van 5, 7 en 9 waren onderweg van Basel naar Nederland.

Het laatste deel van onze route tot Schönberg ging voornamelijk bergaf, met uiteraard meer klimmetjes dan gewenst. Maar Schonberg maakte alles goed, de camping was snel gevonden en het was na ons bezoek in 2004 een warm weerzien. We zetten de tent op,

Pjotr speelde in de speeltuin, en we dronken jus/bier/cola in het cafe. Nog even naar de speeltuin, en toen lekker naar bed.

Zaterdag 1 augustus: Schonberg – Kaunenhaff (51 km)

We hadden expres geen wekker gezet, en dus sliepen we heerlijk uit. Nadat we wakker waren geworden ruimden we de tent op terwijl Pjotr lekker speelde in de speeltuin. Na het inpakken zijn we, na nog een rondje koffie/thee/jus in het cafe, teruggereden naar het dorp waar Carolien naar de bakker ging en we daarna samen in de speeltuin hebben ontbeten. En waar Pjotr natuurlijk verder speelde. Toen zijn we eindelijk vertrokken – het was reeds 10:30.

Het eerste deel van de route was mooi en lekker fietsen, met mooie bloemen in de berm. Daarna volgden een lange maar lekkere klim uit het Ourdal omhoog.

Na de lunch bij Lutzkampen volgde de mooie route over het plateau met hier en daar een klim, totdat we heerlijk naar beneden suisden en uitkwamen bij Dasbourg-Pont, en: Luxembourg! Om dit te vieren aten we bosbessentaart bij het restaurant op de hoek;

na deze verdiende traktatie reden we verder langs de Our richting Vianden. Maar al bij een van de eerste campings reageerde Pjotr vanuit de kar zo enthousiast op de speeltoestellen, dat we snel in de remmen knepen en een plekje zochten aan de Our. Nadat we de tent hadden opgezet en Pjotr de speeltuin verkend had, gingen we allemaal onder de douche en daarna lekker uit eten in het restaurant van de camping: patat met sateh, spareribs en fricandel met appelmoes, en een ijsje na. Tanden poetsen, nog even de speeltuin in, en toen lekker naar bed.

Week 1 2 3