Vorig jaar hebben we de genoegens van een autovakantie ontdekt, dus ook dit jaar zijn we op vakantie geweest met de auto. Maar wel naar een heel andere bestemming dan vorig jaar: Engeland. Maar in plaats van kamperen, hadden we (oh luxe) nu vooraf twee verschillende huisjes geboekt, de eerste week in het lieflijke Somerset, nabij Glastonbury, en de tweede week in het ruigere Lake District, met een tussenstop met overnachting in Liverpool. Lees hier van onze belevenissen, en aanschouw vooral ook de foto's.
1e week: Coxbridge, nabij Glastonbury
Op donderdag 14 juli zijn wij, na 's ochtends rustig de auto te hebben ingepakt, rond 13:30 vertrokken richting Calais, waar we, met een tussenstop bij een belgisch wegrestaurant, rond een uur of 19:00 bij het vooraf geboekte hotel aankwamen. Calais bleek een leuk stadje te zijn met een oud centrum en een leuk park met speeltuin bij het gemeentehuis.
De volgende ochtend begon natuurlijk met een stapel kadootjes voor de jarige Fouke. Na het ontbijt zijn we vlot vertrokken naar de haven, en daar sloten we aan in de rij om de ferry naar Dover te pakken.
De boottocht was prachtig, het was mooi, helder weer dus we konden lekker buiten op het dek uitwaaien. Calais werd kleiner, Dover en de White Cliffs groter.
In Dover waren we snel van de boot, en maakten wij onze eerste kilometers aan de linkerzijde van de weg. De tocht naar Glastonbury verliep voorspoedig, onderweg aten we een heerlijke cheese sandwich bij een wegrestaurant met prachtig uitzicht,...
... reden we tot onze grote verrassing vlak langs Stonehenge, en kwamen we rond een uur of vier, via een heel aantal kleine landweggetjes, aan bij ons huisje in Coxbridge. En dat was hemels. Een lange laan omzoomd met hoge bomen leidde ons naar de verbouwde boerderij, die omgeven was met mooi onderhouden tuinen. Het huisje was even zo mooi, heel knus en voorzien van alle gemakken. De speelkamer en de schuur met fietsen maakten het sprookje compleet. Pjotr koos een blauwe fiets, zette een keer goed af, en leerde zo diezelfde middag nog fietsen!
De volgende dag hebben we het rustig aan gedaan. 's Ochtens hebben we Glastonbury bezocht, dat maar een paar mijl bij ons huisje vandaag lag. Glastonbury bleek een leuk plaatsje, beetje alternatief, met leuke winkeltjes en centraal de prachtige ruïne van de Glastonbury Abbey.
Na Tonke's middagdutje zijn we boodschappen wezen doen in Wells; hier ontdekten wij voor het eerst de geneugten van de Indiase keuken.
Zondagochtend 17 juli zijn we in de stromende regen terug gereden naar Stonehenge, waar het ondanks het weer toch erg druk was. Stonehenge was erg indrukwekkend, zowel de stenen zelf als de ligging bovenop een uitloper van een heuvel. De regen hield precies op tijd op, en zo konden maakten we twee droge omgangen.
Voor de lunch zijn we doorgereden naar Salisbury, waar we ook de prachtige kathedraal ontdekten, de hoogste van Engeland...
... met bovendien een mooi grasveld om lekker te rennen.
Maandag 18 juli zijn we naar de kustplaats Weston-super-Mare geweest. Allereerst ging Pjotr de branding te lijf op z'n blote pootjes...
...waarna een engels ontbijt (ons eerste) er prima inging.
Na het ontbijt zijn de de pier opgelopen, met aan het eind een enorme speelhal met diverse automaten en kermisattracties, en zelfs een complete kartbaan.
Tonke en Pjotr wilden in elke caroussel, giraffe- of autobustoestel dat er maar was.
We bezochten het SeaQuarium en wandelden eens over het strand, terug naar de auto met een slapende Tonke in onze armen. Op de terugweg zijn we nog door de Cheddar Gorge gereden (inderdaad, van de kaas), een indrukwekkende kloof in het zo lieflijke landschap van Somerset.
De volgende dag, dinsdag, zijn de we Glastonbury Tor op gewandeld. De Glastonbury Tor is een markante, natuurlijke heuvel (Tor) direct naast het centrum van Glastonbury van 143 meter hoog, met bovenop de overblijfselen van een kerktoren uit de 14e eeuw. De combinatie van de wind, de heuvel, het uitzicht en de kerktoren maakten indruk.
De rest van de dag hebben we doorgebracht rondom ons huisje, afgesloten met een avondwandeling.
Woensdag 20 juli hebben we een ritje gemaakt met de East Somerset Railway, een leuke oude stoomtrein in de buurt van Cranmore.
Na de lunch in het stationsrestaurant hebben we de werkplaatsen bezocht, waar de oude treinstellen en locomotieven worden gerestaureerd.
Vervolgens zijn we met een grote omweg teruggereden, om onder nog een White Horse te bezichtigen bij Westbury; de huidige Horses stammen uit de 18e eeuw, maar vinden hun oorsprong bij de Kelten.
Op onze laatste dag in Somerset hebben we een bezoek gebracht aan de mooie stad Bath. Nadat we de Abbey hebben bezocht, ontbeten we (engels natuurlijk) in een leuk steegje.
Op ons gemak hebben we door de stad geslenterd, via een aantal mooie winkelstraten met huizen van een zeer kenmerkende gele steensoort, naar het Circus...
... en de Royal Crescent. Het aangrenzende park nodigde uit om te rennen, te rollen en te spelen.
Vrijdagochtend 22 juli hebben we vlot ingepakt, en vertrokken we om 10:00 richting het Noorden over de M5 en later de M6. De reis verliep voorspoedig, met één stop bij een service met speeltuin. Rond 16:00 checkten we in in ons mooie hotel in Liverpool. Nadat we onze spullen in onze kamer hadden gedropt, hebben we natuurlijk allereerst the Beatles Story bezocht: een leuke tentoonstelling over (voornamelijk de beginjaren van) de Beatles. Pjotr en Tonke vonden vooral de gele duikboot prachtig. De tentoonstelling eindigde in een enorme winkel vol Beatles parafernalia. Vervolgens hebben we een korte wandeling gemaakt lang de kades van de Mersey, op en rond het prachtige Albert Dock.
De avond eindigde met een pizza vlak bij ons hotel,onderaan de voet van een enorm reuzenrad.
De volgende ochtend genoten we uiteraard van eenuitgebreid engels ontbijt. Nadat we waren uitgecheckt, hebben we nog een wandeling gemaakt langs het Albert Dock...
...via een tweede Beatles shop (met 3D film) naar het Liver building, ...
...waar een enorm orkest een ochtendconert gaf. Vandaaruit zijn we het centrum ingelopen, natuurlijk via de Cavern (met nog een Beatles shop) en de TV toren, en toen terug naar de auto. Voordat we de snelweg opzochten, hebben we eerst Penny Lane bezocht, ...
... waar net een Magical Mystery Tour bus de bocht om kwam zetten. Na een lunch langs de snelweg reden we redelijk snel het Lake District in, direct een adembenemend mooie route door ruige bergen , en al snel arriveerden we bij ons 2e huisje in Askham. Ook dit huisje was voorzien van alle gemakken, en de rest van de avond gebruikten we om ons te installeren.
Zondagochtend 24 juli zijn we rustig opgestaan, en hebben we eerst maar eens de kinderen hun gang laten gaan. Rond lunchtijd hebben we wat boodschappen gedaan in de dichtstbijzijnde grotere plaats, Penrith. Na Tonke's dutje in ons huisje hebben we een korte, leuke wandeling gedaan rond het gehucht Askham.
Terug in ons huisje hebben we de kids getrakteerd op de lang verwachte nieuwe film 'Monster & Co', enigzins bemoeilijkt door het ontbreken van de afstandsbediening van de DVD speler. Vervolgens lekker gegeten en toen vroeg naar bed.
In ons huisje lag een briljant wandelboekje, met wandelingen van geschikte lengte en moeilijkheidsgraad voor een gezin met jonge kinderen. Voor de maandag kozen we een wandeling in de buurt van Grasmere. De rit naar Grasmere alleen al was prachtig, we reden recht het Lake District in, en zo zagen we de eerste meren, en veel bergen. Grasmere bleek een leuk dorpje, en de wandeling een schot in de roos. Als snel liepen we het dorp uit, op een verhard pad, en begon de weg te klimmen.
Over kleine paadjes klommen we tussen de varens door en langs de Waterfalls of Sour Milk Gill naar de East Dale Tarn, een bergmeertje boven in de heuvels.
Na een korte lunch en wat water- en stenenplezier, zijn we via een ander pad weer afgedaald naar Grasmere.
Tonke zat de hele tocht heerlijk in de rugdrager, Pjotr liep het overgrote deel van deze tocht van 6,5 km helemaal zelf!
De rit terug kozen we voor de route langs de Kirkstone Pass en het prachtige meer Ullswater. Pjotr en Tonke zagen daar niets van, die sliepen al vanaf het moment dat ze in de auto zaten.
Dinsdag 26 juli zijn we 's ochtens in de auto gestapt richting de grens met Schotland en Hadrian's Wall. Allereerst zijn we, na enkele 'severe dips' (levensgevaarlijk) in de weg, naar het Housestead Roman Fort gereden. Na een korte wandeling kwamen we bij de resten van dit enorme militaire complex, dat onderdeel is van Hadrian's Wall.
Het was gewoon heel cool, nog steeds zijn de verschillende onderdelen van het fort duidelijk te zien, zoals soldatenvertrekken, voorraadkamers, toegangspoorten en het hoofdkwartier.
Na een kort bezoekje aan het bijbehoreden mini museum zijn enkele mijlen verderop gereden naar Cawfields, waar de muur recht over enkele bergkammen loopt,...
... een woest en onherbergzaam stuk van Hadrian's Wall. Hier hebben we een stuk langs de muur gelopen, die ons uitdaagde steeds weer een topje verder te lopen.
Ook bezichtigden we hier Mile Fort nummer 42, een klein fortje dat diende als toegangspoort. Op de terugweg naar ons huisje deden we nog wat boodschappen in Penrith.
Woensdag hebben we op speciaal verzoek van Pjotr eerst een bezoek gebracht aan een 'echt' kasteel, namelijk Carlisle Castle.
In tegenstelling tot de sierlijke kastelen van Nederland en Luxemburg was dit een echt vechtkasteel, compact met dikke muren, echt functioneel. En dus heel indrukwekkend. Voor de lunch zijn we teruggereden naar Penrith, waar we buiten op het terras van een Pub echt pub food hebben genuttigd: patat en hamburgers.
Na de lunch hebben we nog een rondje door Penrith gelopen, eindigend bij de ruines van Penrith Castle in het park (met speeltuin!),...
... en na wat boodschappen bij de Morrison zijn we naar ons huisje gereden.
Donderdag 28 juli besloten we weer een wandeling uit het wandelboekje te doen. We kozen eentje verder weg, maar tijdens de rit daarheen zagen we al zoveel moois dat we ter plekke een andere wandeling uit het boekje kozen, ten zuiden van Keswick bij het Thirlmere.
Het eerste deel van de wandeling was wel mooi, langs het genoemde meer, hoewel de begroeiing wat hoog was waardoor Pjotr niet veel van de omgeving zag en dus al snel alleen nog stenen in het water wilde gooien in plaats van lopen.
Ongeveer op de helft van de wandeling begon het te regenen, en toen we ook nog eens de beloofde wandelpaden niet konden vinden en hoog op de helling verdwaalden, kozen we ervoor de wandeling te laten voor wat die was, en het blauwogige team (Fouke en Tonke) erop uit te sturen de auto te halen.
Na een wandeling van bijna 3 km langs een drukke weg kwamen zij bij de auto en al snel werden we weer herenigd. Dit voerden we met worteltjes- en chocoladetaart, thee en chocomel in een jeugdherberg langs de weg. Om iets goed te maken kozen we ervoor de terugweg uit te breiden tot een site seeing tour door het lake district, door Borrowdale en de indrukwekkende Honnister Pass,...
...langs het Buttermere, ...
...en terug door de lieflijkere Whinlatter Pass.
Na enig wikken en wegen gingen we ervoor, die vrijdag 29 juli: de Hardknott Pass. Alle geraadpleegde reisliteratuur repte van een enerverende tocht door deze pas. En inderdaad was deze route mooi maar dus ook zenuwslopend. Na een 'oefenronde' door de vallei van Great Langdale, kozen we voor het smalle weggetje naar de Wrynose Pass, een eerste klim die eigenlijk nog wel meeviel; daaracht lag een vrijwel onbewoonde vallei die eenvoudig doorgaanbaar was. Bij een klein gehucht kozen we de daadwerkelijke afslag richting de Hardknott Pass, ondanks een aantal waarschuwingsborden.
En direct begon het smalle pad stevig te klimmen, en te slingeren. Waar het eerst nog wel ging, met een soort haarspeldbochten, werden deze bochten al gauw korter en ging de weg bijna recht omhoog tegen de berg op, met percentages van 30% en hoger. Fouke gooide de auto dus in de eerste versnelling en bedwong zo, zuchtend en sturend met z'n hele lijf, de laatste honderden meters van de steilste pas van Engeland.
Eenmaal boven eerst maar eens gestopt om bij te komen van deze inderdaad enerverende klim. Daar ook nog gesproken met een spaanse mountainbiker die zojuist diezelfde klim had gedaan, en vervolgens met een wilde kreet aan de afdaling begon. Iets verderop werden onze inspanningen beloond met het prachtige Hardknott Roman Fort, dat tenmidden van al deze woesternij gelegen was op een bergpunt met uitzicht op de lagergelegen valleien van Eskdale en de Hardknott Pass zelf, met in de verte zelfs de zee.
Ook hier waren de verschillende onderdelen van het fort nog goed zichtbaar, en mooi was ook te zien hoe met bij het bouwen van het fort zich niks had aangetrokken van de heuvelachtige ondergrond.
Na ons bezoek aan dit fort daalden we voorzichtig af naar Eskdale Green waar we in een pub uitgebreid lunchten. Toen via een grote boog (over grotere wegen!) teruggereden naar ons huisje, na nog wat boodschappen in Penrith.
's Avonds hebben we nog lekker met z'n viertjes in onze tuin gevoetbald.
Zaterdag 30 juli zat onze week in Askham er al weer op, en dus pakten we ons boeltje weer in en begonnen we aan het eerste deel van de terugreis naar huis. Na een mooi stuk door de Yorkshire Dales stopten we in Richmond voor een bezoek aan Richmond Castle, wederom een groot vechtkasteel op een grote rotspunt.
Net zoals de rest van de week in het Lake District was het prachtig weer, en na het bezoek reden we door tot we in Petersborough op de gok een hotel kozen. Onze keuze pakte bijzonder goed uit, het Marriott Hotel bleek het vriendelijkste hotel ooi, en bleek bovendien een zwembad en goed restaurant te hebben, om de vele konijnen in de velden om de kamers maakten het feest voor de kinderen compleet.
De dag daarna reden we na het engelse ontbijt verder richting Londen. Daar staken we de Thames over via de enorme Queen Elisabeth Bridge. We waren lekker op tijd in Canterbury, waar we het van te voren gereserveerde hotel snel vonden. Nadat we waren ingecheckt, hebben we een wandeling gemaakt door het centrum van Canterbury.
De kathedraal was werkelijk enorm, en bestond uit meerdere delen die ieder de omvang hadden van een flinke kerk.
Na een traktie van ijsjes en een bezoek aan een speeltuin hebben we gedineerd in ons super engelse hotel en zijn we op tijd ons bed in gedoken.
Maandag 1 augustus genoten we voor het laatst van ons engelse onbijt en reden we netjes op tijd naar Dover, waar we vlot de boot opreden.
Daar spendeerden we onze laatste engelse ponden aan een muisknuffel voor Tonke, een Cars auto voor Pjotr en veel chocola. In Calais zaten we, wat onwennig op de rechter weghelft, al snel op de snelweg richting België en reden we met slechts één korte tussenstop naar huis. Engeland is een leuk land gebleken, waar we ons prima hebben vermaakt en goed thuisvoelen. Maar toch gaat er niets boven ons eigen bed!